Slimme inzet taalvrijwilligers binnen én buiten de deur helpt bij inburgering
Op 1 januari 2022 gaat de nieuwe Wet Inburgering in. Om te voldoen aan de eisen die het inburgeringsbeleid gaat stellen, moeten verschillende cursussen bij Curio worden vernieuwd. Het gaat om de cursussen Nederlands voor mensen die willen inburgeren en Nederlands willen leren als tweede taal (Nt2). De samenwerking met vrijwilligers wordt nóg belangrijker. Curio, voormalig ROC West-Brabant heeft samen met het ITTA, Kennisinstituut voor Taal, in 2016/2017 meegewerkt aan de ontwikkeling van het VIME-model, dat taalvrijwilligers slim en effectief inzet. We praten hierover met Jonneke Prins, Nt2 expert en adviseur team basiseducatie/Nt2.
Jonneke werkt al meer dan dertig jaar bij Curio en heeft les gegeven aan diverse groepen Nt2-cursisten. Ze legt uit waarom taalvrijwilligers zo belangrijk zijn bij het aanleren van Nederlands als tweede taal: “De meeste Nt2-cursisten zijn als vluchteling naar Nederland gekomen. Sommigen hebben in het land van hun afkomst al gewerkt of hebben onderwijs gehad, maar er zitten grote verschillen in de niveaus tussen cursisten. Er zijn daarom verschillende groepen en verschillende programma’s. We hebben gemerkt dat het fijn is om hulp te hebben van een taalvrijwilliger, zodat je makkelijker hulp op maat kunt bieden. Dat gebeurt nu vooral in de klassen alfabetisering.”
Ontwikkeling VIME-model
Door het contact dat Curio docent Diana Vogelzang had met vrijwilligersorganisaties Gilde De Baronie en Humanitas, is Curio in aanraking gekomen met stichting Het Begint met Taal. Een landelijke organisatie die ondersteuning biedt aan vrijwilligers in inburgeringsprogramma’s. Daarnaast is Diana contactpersoon van Curio bij de taalhuizen in bibliotheken, waar Curio taalvrijwilligers traint. Jonneke: “Daar is het idee van taalvrijwilligers begonnen. Er zijn toen ook taalvrijwilligers in onze klassen gekomen. Nu het nieuwe inburgeringsbeleid volgend jaar van start gaat, hebben we gekeken hoe we dit breder kunnen trekken. Het VIME model beschrijft ook andere mogelijkheden voor de inzet van taalvrijwilligers. Onder het nieuwe inburgeringsbeleid willen we een beroep doen op vrijwilligers in drie verschillende rollen.”
Leren op drie manieren
“In het VIME-model gaan we uit van drie manieren om te leren. Allereerst het formeel leren in de klas, waarbij onder aansturing van de docent de vrijwilliger lestaken kan vervullen. Ten tweede het non-formeel leren: ondersteuning bij het huiswerk of spreekoefeningen thuis. Tot slot sociale activiteiten, bijvoorbeeld mee naar de sportclub, kookclub of samen wandelen. Op dit moment vervullen vrijwilligers vooral de rol van assistent in de klas. Om leeskilometers te maken en voor de spreekvaardigheid. Ieder persoon kan andere ondersteuning gebruiken. Dit kan de docent niet alleen. Een taalvrijwilliger kan hierbij goed op maat ondersteuning bieden”, legt Jonneke uit.
Klik
“De afstemming tussen docent en vrijwilliger wordt een belangrijk punt van aandacht”, vervolgt Jonneke. “Dat willen we ook, want inburgering is een gedeelde verantwoordelijkheid van cursist, docent en de maatschappelijke praktijk rondom de cursist. De taalvrijwilliger moet lesprogramma van week tot week kennen. Daarnaast is het goed om een keer per twee weken met de docent af te stemmen. Ook is het belangrijk dat de docent een klik heeft met de taalvrijwilliger. Er zijn best wel veel mensen die het leuk vinden om te doen, zoals gepensioneerde onderwijsmensen. Maar ook mensen die een hart hebben voor een ander.”
Vrijwilligers binnen en buiten de deur
“De vrijwilligers waar we nu vooral contact mee hebben, zijn de taalvrijwilligers in de klas. Voor de nieuwe opzet met taalmaatjes buiten de klas, willen we een-op-een gaan werken. Dan heb je dus tientallen vrijwilligers nodig”, legt Jonneke uit. “We zoeken taalmaatjes die ook thuis aan de keukentafel kunnen helpen bij het oefenen van spreektaken en mee kunnen gaan met een cursist om een praktijktaak buiten de school uit te voeren”.
Naar de voetbalclub
Jonneke geeft een voorbeeld van een praktijktaak van een cursist: “We beginnen heel dichtbij. Bijvoorbeeld met het spreken over de hobby’s van cursisten in de klas. Naast het oefenen in de klas is het heel fijn als er een taalmaatje ook buiten school kan helpen. Een opdracht van een cursist kan zijn: ga met je taalmaatje naar een voetbalclub in de buurt. Ga naar binnen, vraag om een folder en vraag naar de kosten. In de klas doen cursisten verslag. Dat werkt echt fantastisch.”
Werving vrijwilligers
Als het gaat om de werving van vrijwilligers gaat Curio nauw samenwerken met stichting Het Begint met Taal. Jonneke zegt over de samenwerking: “De stichting kan de werving van vrijwilligers voor ons uit handen nemen. Vorig jaar februari heb ik op verzoek van de coördinator vrijwilligersbeleid van de Stichting Humanitas in de bibliotheek Nieuwe Veste in Breda een presentatie gegeven. De presentatie ging over het nieuwe landelijke inburgeringsbeleid en wat Curio hiermee van plan is. De samenwerking moet op de juiste manier verlopen om het plan goed uit te voeren. Dat is een van de opdrachten die voor ons ligt voor de nieuwe inburgeringswet.”
Kletsmaatje
Helaas ligt door het coronavirus de werving van vrijwilligers op dit moment stil. Maar vrijwilligers kunnen wel op een andere manier helpen. Jonneke vertelt enthousiast over een nieuw project dat stichting Het Begint met Taal is gestart: “De overheidsregels laten het helaas niet toe dat je met elkaar aan tafel praat of activiteiten onderneemt. Online lessen zijn voor deze groep op dit moment ook geen optie. De stichting heeft daarom een ontzettend leuk project bedacht waar vrijwilligers zich voor kunnen aanmelden. Je kunt je op de website van stichting Het Begint met Taal aanmelden als kletsmaatje. Je voert dan online af en toe een gesprekje met iemand die inburgert, via bijvoorbeeld Zoom of Skype.”
Samenwerken met het mbo
Als het straks weer mogelijk is om meer buiten de deur te ondernemen, dan liggen er al verschillende leuke ideeën klaar. “We hebben ideeën voor ontmoetingen met mbo-studenten. We hebben dit ooit gedaan met studenten van het toenmalige Florijn College, op een locatie van basiseducatie/Nt2. We hebben toen 17- en 18-jarigen gekoppeld aan Nt2-cursisten, om hen kennis te laten maken met opleidingen in de retail. We zien mogelijkheden om studenten te betrekken en in te zetten bij de nieuwe programma’s die we aan het ontwerpen zijn. Er zijn bijvoorbeeld moeders in de alfabetiseringsklassen die niet veel onderwijs hebben gehad, maar geweldig kunnen organiseren en koken. Die zouden we kunnen koppelen aan de zorgopleidingen van Curio en een project laten doen over gezond koken.”
Er wordt hard gewerkt aan de nieuwe programma’s. En hopelijk kunnen de Nt2-lessen snel weer doorgaan. Curio zoekt dringend naar vrijwilligers die de cursisten kunnen helpen zowel in de klas als buiten de deur. Heb jij interesse om taalvrijwilliger te worden? Meld je dan aan bij Diana Vogelzang d.vogelzang@curio.nl.