Docent aan het woord: Kaat van Doremalen (opleiding: opleiding bouwkunde en infra)
De banen liggen voor het oprapen in de bouw. Vernieuwing is er aan de orde van de dag. En om de opleiding bouwkunde en infra te kunnen doen, hoef je niet supertechnisch of een enorm wiskundetalent te zijn. “Belangrijk is wel dat je dit wil leren,” vertelt docent bouwkunde Kaat van Doremalen. Zelf heeft ze als BIM-expert bij bouwbedrijven gewerkt.
Nu geeft Kaat alweer vier jaar les. “Ik vind het superleuk om kennis over te brengen aan jongeren en een deel van hun volwassen worden mee te maken. Ook mooi is de visie van studenten op het vak te ontdekken en ze uit hun schulp te zien kruipen. Mijn collega’s en ik bereiden hen voor op een mooie toekomst. In de bouw is er voor iedereen een geschikte plek: van commercieel tot duurzaam bouwen en van een klein architectenbureau tot groot bouwbedrijf.”
De praktijk staat centraal tijdens de opleiding. Lessen schets 2D en 3D tekenen, ontwerpen van plannen, de toepassing uitdenken en het engineeren van verschillende bouwmaterialen bijvoorbeeld. De school heeft een grote infrahal. “Het is een overdekte zandbak waar studenten metingen uitvoeren,” vertelt Kaat.
De opleiding bestaat voor een groot deel uit projecten. “Zoals het biobased project van onze tweedejaars. Een groep studenten kwam met het idee het huis met paddenstoelen (mycelium) te isoleren. Lekker duurzaam dus. De studenten hebben een beurs georganiseerd om hun biobased villa te presenteren aan hun ouders en bedrijven.”
Wat je als student moet meenemen naar de opleiding bouwkunde? Kaat: “Je moet willen samenwerken. Geen enkel bouwproject maak je in je eentje. Creatief, kritisch en probleemoplossend denken heb je zeker ook nodig. Stel je jezelf altijd vragen bij de architectuur of constructie van een brug of gebouw? Dan ben je zeker geschikt voor deze opleiding. En voor de meiden met interesse: gewoon doen.”