Docent aan het woord: Joost Ambagts (opleiding: software developer)
Als docent software developer is Joost Ambagts doorlopend bezig met toekomstige producten als apps en websites. Softwareoplossingen maken om klanten te helpen met de uitdagingen waar ze tegenaan lopen. Een vak waar veel vraag naar is en die heus niet alleen geschikt is voor fanatieke gamers. “Je moet vooral probleemoplossend kunnen denken en goed kunnen communiceren met je klant. Want die weet vaak niet wat hij wil en al helemaal niet wat er allemaal kan.” Omdat de ontwikkelingen zo snel gaan, zetten de docenten van de opleiding software developer een experiment op: de digitale werkplaats. “Daarin werken de studenten aan projecten van echte klanten: mkb’ers die een (nieuwe) website willen. Een clubje studenten pakt één opdracht op. Dat maakt de praktijkvakken leuker, want ze maken iets waar de markt zelf naar vraagt. Hiervoor moeten ze alles inzetten wat ze tijdens de opleiding leren: software schrijven, maken en designen. Maar ook de stappen hiervoor: interviews afnemen om wensen van de klanten op papier te zetten, de oplossing schetsen en de juiste programmeertaal kiezen.”
De opleiding software developer duurt vier jaar. Het eerste jaar maken de studenten kennis met de richtingen web en native development. “Bij web moet je denken aan websites en webapplicaties, zoals itslearning. Bij native development leren de studenten het schrijven, maken en designen van computerprogramma’s als Office, Adobe en apps voor de telefoon. Na hun stage in het tweede studiejaar kiest elke
student zijn specialisatie.”
De studenten lopen stage bij kleine en grote softwarebedrijven, bij gemeenten en bedrijven die hun eigen afdeling software development hebben. Joost benadrukt dat het bij dit vak niet meteen gaat om handigheid met de computer. Ook hoef je niet per se van gamen te houden. “Wat je wel nodig hebt, is logisch inzicht, dingen kunnen uitwerken, het probleem kunnen analyseren, blootleggen en oplossen. En het is ook handig als je rekenen en wiskunde leuk vindt.”
De opleiding is verdeeld in blokken. Elk blok bestaat uit praktijkopdrachten, eigen casussen. De theorie is ondersteunend aan de praktijk. “We leggen de theorie kort uit en dan ga je veel oefenen, ervaren en processen leren herkennen. We vragen steeds meer van je zelfredzaamheid. In het begin werken we volgens een duidelijke structuur. Die laten we steeds verder los. Uiteindelijk moet je opdrachten kunnen doen zonder hulp van de docent.”
“Aan het eind van het derde jaar doen de studenten software developer een proeve van bekwaamheid. Het vierde en laatste jaar lopen ze stage. Er is een enorme vraag naar software developers. Vaak krijgen studenten al tijdens die stage een contract. Een flink aantal studenten kiest voor die mooie doorstart. Maar je kunt natuurlijk ook nog verder studeren.”