Gepubliceerd op
Publicatie datum

Docent aan het woord: Jacqueline (opleiding: grond-, water- en wegenbouw)

Jacqueline van Gils is docent bij de opleiding grond-, water- en wegenbouw. Een hele mond vol. Wat houdt dat precies in? “Kijk naar buiten. Alles wat je ziet, behalve de gebouwen, is grond-, water- en wegenbouw. Dit vak gaat over alles wat te maken heeft met de infrastructuur zoals wegen, rioleringen en waterbouwkundige constructies. En dat is niet alleen heel interessant, maar ook heel belangrijk voor de toekomst van ons allemaal.”

De opleiding heeft iets meer aandacht voor wegenbouw en grondwerken dan voor waterbouw. “In de directe omgeving van onze school vind je vooral werk in de wegenbouw en grondwerken. Hierbij gaat het om werk zoals het aanleggen van wegen, vervangen van rioleringen en asfalteren. Veel studenten zoeken hun baan in de toekomst het liefst in de eigen regio, vandaar dat we daar meer mee doen." Natuurlijk is er genoeg aandacht voor waterbouw. Daarbij leer je bijvoorbeeld alles over het aanbrengen van beschoeiingen, damwanden en andere waterwerken.

Bij wegenbouw denk je waarschijnlijk meteen aan de wegwerkers die, midden in de nacht, de snelweg asfalteren. “Dat hoort er inderdaad bij, maar leren asfalteren is een heel klein stukje van de opleiding. Je leert wegen ontwerpen met 3D of een nieuwe woonwijk met alle rioleringen. Denk ook aan de invulling van de openbare ruimte met parkeervakken, speeltuintjes, water of een park. Ook het onderhoud van wegen is een belangrijk onderdeel van de opleiding. Waar let je op? Welke materialen gebruik je?”

Met een diploma op zak kun je veel kanten op, weet Jacqueline. “Je kunt bij een gemeente werken als opzichter of wegbeheerder. Bijvoorbeeld om de wegenkwaliteit of het werk aan nieuwe wegen te controleren. En ook aannemers zijn blij met onze studenten. Die nemen je graag aan als werkvoorbereider. Dan reken je uit wat het gaat kosten om een bouwproject te maken, je maakt planningen en je bestelt materialen. En dan zijn er nog de bureaus waar je als tekenaar en ontwerper aan de slag kunt.” De meeste studenten kiezen voor een baan in de uitvoering, dus de aanleg van rioleringen, beschoeiingen en straten.

De kansen op een baan na je studie zijn enorm in de grond-, water- en wegenbouw.

“We krijgen heel vaak mailtjes van bedrijven. Of we nog studenten hebben die al klaar zijn voor een baan. En het liefst gisteren kunnen beginnen. De arbeidsvoorwaarden zijn goed.”

Binnen de opleiding is natuurlijk veel aandacht voor nieuwe technologieën en duurzaamheid. “Wegen en water blijven altijd nodig om van A naar B te komen. Daarbij begrijpen we steeds beter de gevolgen voor het milieu. In ons vakgebied proberen ze steeds duurzamer te werken, bijvoorbeeld door het opnieuw gebruiken van asfalt. In Nederland zijn er steeds vaker hoosbuien. Daar bedenken de mensen in de grond-, water-, en wegenbouw allerlei oplossingen voor. Denk aan een tijdelijke opslag van regenwater om de zuiveringsinstallaties van het rioolwater te ontlasten.”

Volgens Jacqueline is het belangrijk dat studenten een brede kijk hebben op de wereld om hen heen. "Ze moeten maatschappelijke ontwikkelingen zoals klimaatverandering goed begrijpen. Deze ontwikkelingen hebben namelijk gevolgen voor de infrastructuur. Ook technisch inzicht is erg handig."

Het eerste jaar krijgen studenten een combinatie van bouwkunde en grond-, wateren wegenbouw. “Kom je bij ons op school, dan hoef je echt niet precies te weten welke richting je op wil. Dat kun je nog beslissen nadat je je diploma hebt behaald. We hebben studenten die op school komen en ontwerper willen worden, maar na vier jaar studie de uitvoering of landmeetkunde in zijn gegaan. Dat is het mooie van deze brede opleiding en van de stages die je loopt. Je ontdekt vanzelf waar je hart écht ligt.”

Natuurlijk leer je als student veel in de praktijk. “We hebben bijvoorbeeld een project waarbij studenten zelf een opdracht bij een bedrijf gaan halen. Vanuit school krijgen ze dezelfde opdrachten mee, maar in de praktijk ligt de uitvoering daarvan erg uit elkaar. De één moet een waterberging ontwerpen en de ander moet een rotonde of een duurzame parkeerplaats gaan maken. Ik vind dat altijd een leuk project, omdat de studenten dan vaak iets doen wat ze leuk vinden. En ze ervaren alle kanten van het vak. Een betere voorbereiding kun je eigenlijk niet krijgen.”