Veelgestelde vragen
- Vorige pagina
- 1
- ...
- 8
- 9
- 10
- 12
- Volgende pagina
Als je stage loopt heb je een getekende praktijkovereenkomst(POK) nodig. Hierin schrijf je doelen. Je loopt mee om dingen te leren. En te ervaren hoe het is om te werken en om je doelen te halen. Je werkt in een veilige omgeving en niet meer uur dan wettelijks is toegestaan. Het kan zijn dat je geld krijgt om stage te lopen. Maar dat hoeft niet. Als je ziek wordt voor lange tijd kan het zijn dat jouw stage stopt.
Om mbo-stagiaires te begeleiden moet je een erkend leerbedrijf zijn. Hiervoor kun je jouw bedrijf aanmelden op via Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Ga naar de website voor meer informatie.
Meer informatie hierover staat op onze stagepagina.
Beroepspraktijkvorming (bpv) is het leren van een vak in de praktijk, een belangrijk onderdeel van het beroepsonderwijs. Bpv wordt ook wel stage genoemd. Volg je een bbl-opleiding dan ben je meestal aan het werk in een bedrijf en ga je 1 dag per week naar school.
Je gaat dus écht bij een bedrijf of instelling aan de slag. Om in het bezit te komen van een diploma moeten studenten de bpv met een voldoende afsluiten.
Je krijgt tijdens deze leerperiode(s) de mogelijkheid om mee te draaien in een bedrijf waar mensen werken die het beroep uitoefenen waarvoor je nu wordt opgeleid. Je kunt daarmee ook in de praktijk ervaren of het beroep echt bij je past en de kennis die je op je college hebt geleerd toepassen in een bedrijf. Dit vraagt om een goede voorbereiding, zodat de bpv-periode zo optimaal mogelijk verloopt.
Bij een bol-opleiding bestaat de bpv uit de stage(s) die je bij een bedrijf of instelling loopt.
Bij een bbl-opleiding is de bpv de baan die je hebt (minstens 20 uur per week).
Bij bpv is een goede begeleiding belangrijk. Op je college is de bpv-begeleider je vaste aanspreekpunt. Soms is dat je studieloopbaanbegeleider (slb’er) maar dat hoeft niet. In het bedrijf of de instelling is dat een deskundige praktijkopleider die je opleidt, motiveert en coacht. Tijdens de stage krijg je een bpv-werkboek. Hierin staan de opdrachten die je bij het bedrijf of organisatie uitvoert. De bpv-begeleider heeft regelmatig contact met je om te horen hoe het op het werk gaat. Ook overlegt hij met de praktijkopleider over het verloop van de stage. De praktijkopleider beoordeelt hoe je de opdrachten en werkzaamheden uitvoert.
In de Praktijkovereenkomst(POK) worden de afspraken over de stage (bpv) tussen student, college en leerbedrijf vastgelegd. Het gaat hierbij om afspraken over de begeleiding, beoordeling, verzekering, etc. Het is belangrijk dat de pok, getekend door alle partijen (bij minderjarige studenten ook door een ouder/verzorger) bij je college binnen is vóórdat de stageperiode begint. De procedure met betrekking tot praktijkovereenkomsten is wettelijk verplicht. De praktijkovereenkomsten zijn dan ook voor alle partijen van belang.
Als bbl-student ben je meestal in dienst van een organisatie en ontvang je salaris volgens de cao van de branche. Bol-studenten krijgen soms een vergoeding, maar dit is niet verplicht. Een leerbedrijf kan ook een onkosten- of reiskostenvergoeding betalen tijdens de bpv-periode. In sommige branches zijn stagevergoedingen in de cao geregeld. Deze vergoedingen kunnen gevolgen hebben voor de kinderbijslag of studiefinanciering.
Naast de afspraken in de praktijkovereenkomst, dient de student zich te houden aan de regels en voorschriften van de bpv-plaats. Dat geldt bijvoorbeeld voor geheimhouding, maar ook voor eisen rondom kleding e.d.
Bij ziekte meldt de student dit aan het bpv-adres volgens de daarvoor geldende procedure. Tevens meldt de bol-student zich ziek op school. Wanneer je uren gemist hebt, kijk je samen met je bpv-plaats en begeleider vanuit school hoe hiermee om te gaan.